Tekstgrootte
Het Neveninstroomtraject is bedoeld voor leerlingen in de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar, die nieuw in Nederland zijn en die nog geen Nederlands spreken. Het Mozaiek geeft onderwijs aan leerlingen die in het zuiden van Arnhem wonen of in omliggende gemeenten (de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard). De leerlingen die uit het noorden van Arnhem komen kunnen onderwijs volgen op de Paulusschool in de wijk het Broek.
Waarom?
De leerlingen die net in Nederland zijn aangekomen hebben allemaal dezelfde onderwijsbehoefte. Ze hebben behoefte tot het kunnen maken van contact en het beheersen van de Nederlandse taal is hierbij van belang. In het Neveninstroomtraject krijgen deze leerlingen intensieve begeleiding op de Nederlandse taal en het Nederlandse onderwijssysteem. Na dit jaar stromen deze leerlingen uit naar het reguliere onderwijs. In het traject werken wij met de leerlingen aan:- zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren; - zich thuis gaan voelen in het Nederlandse onderwijssysteem; - de andere vakgebieden passend bij de leeftijd/het onderwijsniveau.Daarnaast volgen wij de ontwikkeling van leerlingen in een onderwijskundig rapport om de overstap naar het regulier onderwijs soepel te laten verlopen. Hoe?|Gedurende een periode van een schooljaar krijgen leerlingen intensief les, gericht op de Nederlandse taal. Daarnaast staan ook lezen, schrijven en rekenen op het programma. Na een jaar neveninstroomproject kunnen de leerlingen instromen in de reguliere jaargroep. De leerlingen gaan na uitstroom naar een school in de wijk waar de leerling woont.
Wat?
In de neveninstroomgroepen van basisschool het Mozaïek wordt gewerkt met een door de school ontwikkeld thematisch taalprogramma: Taalrex. Het onderwijs is zoveel mogelijk gericht op mondelinge taalvaardigheid en de uitbreiding van de woordenschat. Leerlingen krijgen iedere dag 20-25 nieuwe woorden aangeboden en oefenen deze. Taalrex is ingedeeld in vier blokken van tien lesweken.
Naast Taalrex werkt de school met methodes die op reguliere basisscholen worden gebruikt waaronder voor het aanvankelijk lezen de Kim-versie van Veilig leren lezen, voor het leesprogramma voor gevorderd lezen Estaffette en voor rekenen Wereld in getallen versie 5.Leerlingen werken in niveaugroepen, zelfstandig of met de leerkracht of een onderwijs ondersteuner. Hiervoor worden ook verschillende computerprogramma’s gebruikt waaronder Tiny tap, Super memo en de software behorende bij de methodes.